From the Beginning of Life to the Day of Purification Teachings, History & Prophecies of the Hopi People As told by Dan Katchongva, Sun Clan (ca. 1865-1972) Translated by Danaqyumptewa Edited by Thomas Francis Originally published in 1972 by the Committee for Traditional Indian Land and Life Los Angeles, California. ------------------------------------------------ Openbaringen, geschiedenis en voorspellingen van het Hopi-volk zoals door Dan Katchongva (ca. 1865-1972) van de Sun-clan verteld. HET BEGIN VAN HET LEVEN Ergens beneden in de onderwereld werden we door de Grote Geest, de Schepper, geschapen. Eerst werden we geschapen als ‚‚n, toen twee, toen drie. We werden als gelijken geschapen, in eenheid, levend op spirituele wijze, waar het leven eeuwigdurend is. We waren gelukkig en leefden in vrede met onze medemensen. Er was van alles genoeg, voorzien door onze Moeder Aarde waarop we geplaatst waren. We hoefden niet te planten of te werken om voedsel te krijgen. Ziekten en moeilijkheden kenden we niet. Lange tijd leefden we gelukkig en namen sterk in aantal toe. Toen de Grote Geest ons schiep, gaf hij ons ook instrukties, of wetten, om naar te leven. We beloofden volgens deze wetten te leven zodat we vreedzaam zouden blijven, en ze als leidraad te gebruiken voor een gelukkig leven op het land waar hij ons schiep en plaatste. Maar vanaf het begin waarschuwde hij ons dat we ons niet door bepaalde dingen moesten laten verleiden, want waardoor zouden we deze volmaakte levenswijze kunnen verliezen. Natuurlijk hadden we voordeel van de vele goede dingen in dit leven, en beetje bij beetje verbroken we het verbod van de schepper door te doen wat hij ons gemaand had niet te doen. Daarom strafte hij ons, door ons te maken zoals we nu zijn, met zowel lichaam als ziel. Hij zei: "Vanaf nu zullen jullie op eigen benen moeten staan. Jullie zullen ziek worden, en het leven zal van beperkte duur zijn. Hij schiep onze lichamen uit twee principes: goed en kwaad. De linkerzijde is goed, want het bevat het hart. De rechterzijde is kwaad, want het heeft geen hart. De linkerzijde is lastig maar wijs. De rechterzijde is slim en sterk maar het bezit geen wijsheid. Er zou tussen de twee zijden altijd strijd zijn, en door onze daden zouden we moeten uitmaken wat sterker is: het kwade of het goede. We leefden op een goede manier vele jaren lang, maar uiteindelijk bleek het kwaad sterker. Sommige mensen vergaten of negeerden de wetten van de Grote Geest en begonnen opnieuw dingen te doen die met zijn instrukties in strijd waren. Ze werden materialistisch, ontwikkelden veel dingen voor eigen profijt en deelden niet meer met anderen, zoals ze vroeger hadden gedaan. Dit leidde tot grote verdeeldheid, want sommigen wilden de oorspronkelijke wetten blijven eerbiedigen en eenvoudig leven. De inventieve mensen, slim maar zonder wijsheid, ontwikkelden vele destruktieve dingen, die hun leven ontregelden en alle mensen dreigden te vernietigen. Veel van de dingen die we vandaag de dag kennen, hebben in die tijd ook bestaan. Uiteindelijk vierde de zedeloosheid hoogtij. Het leven van de mensen raakte door sociale en seksuele losbandigheid bedorven. Ook de vrouw en dochters van de Kikmongwi (opperhoofd) vielen hier gauw aan ten prooi en ze kwamen nog zelden thuis om hun huishoudelijke taken te vervullen. Niet alleen de Kikmongwi, maar ook de hoge religieuze leiders kampten met hetzelfde probleem. Het duurde niet lang eer de leiders en iedereen met een goed hart bezorgd werden dat het leven van de mensen uit balans dreigde te raken. De Kikmongwi verzamelde de hogepriesters. Ze rookten en baden om leiding over hoe ze het bederf konden tegengaan. Vele keren kwamen ze bijeen, totdat iemand uiteindelijk voorstelde weg te gaan, een nieuwe plek te vinden en een nieuw leven te beginnen. VERSCHIJNING IN DE HUIDIGE WERELD Nu hadden ze van boven vaker klopgeluiden gehoord, dus wisten ze dat daar iemand zou kunnen wonen. Er werd besloten dat dit onderzocht moest worden. Ik zal dit kort beschrijven, want het volledige verhaal zou te ver voeren. Begiftigd met wijsheid als ze waren kre‰erden ze vogels voor dit doel. Ik zal er drie noemen. Twee zijn bekend om hun kracht en snelheid: de kisa (havik) en de pavow kaya (zwaluw). De derde was een moochnee (familie van de spotlijster). Zijn vlucht is onbeholpen, maar hij staat er om bekend wijs te zijn. Ze werden elk op verschillende tijdstippen geschapen, door middel van magisch gezang, tabaksrook en gebeden, uit modder en speeksel, bedekt met een witte cape (ova). Elke vogel werd met eerbied verwelkomd en op zijn taak voorbereid, voor het geval deze mocht slagen. De eerste twee lukte het niet de top van de hemel te bereiken, maar de derde, moochnee, kwam door de opening naar de huidige wereld. Deze wereld was prachtig. De aarde was groen en in bloei. De vogel volgde al zijn instrukties op. Zijn wijsheid leidde hem naar het wezen dat hij moest zoeken. Toen hij hem vond, was het het middaguur want het wezen, Maasauu, de Grote Geest, was zijn middagmaal aan het bereiden. Ma‹skolven lagen naast het vuur. Hij vloog omlaag, streek neer op zijn kisi (schaduw huis) en kondigde zijn komst aan. Maasauu was door zijn bezoeker niet verrast, want door zijn wijsheid en reukvermogen wist hij al dat er iemand aankwam. Met eerbied verwelkomde hij hem en nodigde hem uit te gaan zitten. Het interview was kort en ter zake. "Waarom ben je hier? Zou het belangrijk kunnen zijn?" "Ja" zei Moochnee, "ik ben door de mensen van de onderwereld gestuurd. Zij wensen naar Uw land te komen en met U te leven, want hun manier van leven is bedorven geworden. Met Uw toestemming wensen zij hier te komen om een nieuw leven te beginnen. Daarom ben ik gekomen." Maasauu antwoordde kortaf maar met respekt: "Ze mogen komen." Met deze boodschap keerde de vogel naar de onderwereld terug. Tijdens zijn aanwezigheid waren de Kikmongwi en de leiders doorgegaan met bidden en wachtten op zijn geslaagde terugkeer. Toen hij terugkwam met het goede nieuws over de nieuwe wereld en de instemming van Maasauu met hun komst, waren ze overgelukkig. Nu was het de vraag hoe ze boven moesten komen, dus rookten ze opnieuw en baden om leiding. Na een tijd kwamen ze overeen een boom te planten die tot aan de top van de hemel zou groeien en als pad zou dienen. Ze plantten het zaad van een shalavee (spar), waarna ze baden en magische liederen zongen. De boom groeide tot aan de hemel, maar zijn takken waren zo zacht en zo talrijk dat hij door de aardkracht van bovenaf om ging buigen, en de hemel niet spieste. Ze plantten opnieuw een zaad, deze keer een louqu (den). Tijdens hun magisch gezang groeide de boom. Deze boom was dapper en sterk. "Deze zal er zeker doorheen komen," dachten ze. Maar het lukte niet, want bij het raken van de vaste stof bogen zijn takken eveneens om. Opnieuw plantten ze een zaad, deze keer pakave (riet). Omdat het een scherpe punt had, spieste het de hemel tot in de nieuwe wereld. De hele tijd was dit allemaal geheim gehouden. Alleen rechtschapen mensen met ‚‚n hart werden ge‹nformeerd over de plannen de bedorven wereld te verlaten. Zij hadden zich op het vertrek voorbereid, en zodra ze wisten dat de poging geslaagd was, begonnen ze binnen in de stengel te klimmen. Op weg naar boven, naar de opening, rustten ze op de stengelknopen uit. Toen ze in de huidige wereld kwamen, was alles prachtig en vredig. Het land was maagdelijk en onbedorven. Ze waren erg gelukkig. Ze zongen en dansten van vreugde. Maar hun vreugde was van korte duur, want die nacht stierf de dochter van het opperhoofd. Iedereen was bedroefd en bezorgd. De mensen bekeken elkaar met argwaan. Een kwade betovering was aan het werk, en dit veroorzaakte grote bezorgdheid; misschien was er een heks of een tweehartig persoon onder hen. Nu bezat de Kikmongwi een grote kracht die hij nu moest gebruiken om deze bezorgdheid onder zijn volk weg te nemen. Hij maakte een bolletje van ma‹smeel dat hij boven de groep mensen opgooide. Diegene waarop het zou neerkomen, zou de schuldige zijn. Het kwam neer op het hoofd van een meisje. Er werd snel besloten haar door de opening naar de onderwereld terug te gooien. De kwaadheid moest kwijtgeraakt worden, want ze wilden vreedzaam in dit nieuwe land leven. Maar het heksenmeisje schreeuwde om genade, en vertelde hen dat ze op hun lange reis veel hindernissen en allerlei gevaren zouden tegenkomen en dat haar diensten heel nuttig zouden zijn, want ze bezat een kracht waarmee ze het kwade kon verdrijven. Ze vroeg de Kikmongwi terug in de onderwereld te kijken. Hij keek en zag zijn kind gelukkig spelen met de andere kinderen in de onderwereld waar we na de dood allemaal terugkeren. Het meisje werd gespaard, maar ze lieten haar daar alleen achter, misschien in de hoop dat ze daar door onbekende oorzaak zou omkomen. DE EERSTE ONTMOETING IN DEZE WERELD MET DE GROTE GEEST Het was hier dat de Grote Geest voor het eerst op aarde voor hen verscheen, en hij instrueerde hen hoe ze moesten leven en reizen. Ze deelden zich in groepen, elk met een eigen leider. Voor hen legde hij ma‹skolven van verschillende lengte neer. Ieder van hen moest als levensonderhoud onderweg ‚‚n ma‹skolf kiezen. E‚n voor ‚‚n pakten ze hebberig de langste en gaafste ma‹skolven eruit, totdat alleen de kortste overbleef Ze beseften niet dat hiermee hun wijsheid op de proef gesteld werd. De kortste kolf werd door de nederigste leider opgeraapt. Toen gaf de Grote Geest ze namen en talen waaraan ze herkend zouden worden. Diegene die het laatst de korte mais had gepakt kreeg de naam HOPI.. Hopi betekent niet alleen dat men vreedzaam leeft, maar ook dat men de instrukties van de Grote Geest gehoorzaamt en daarin gelooft, en dat men zijn leer niet misbruikt om macht en invloed te verwerven of om de Hopi levenswijze op enige manier te bederven. Als dat gebeurt, zal de naam afgepakt worden. Toen vertelde hij ze hoe ze met een bepaald doel naar de vier hoeken van het nieuwe land moesten uitzwermen, onderweg vele voetstappen rotstekeningen en ruinen achterlatend, want met het verstrijken van de tijd zouden velen vergeten dat ze ooit ‚‚n waren geweest, verbonden door ‚‚n en hetzelfde doel toen ze door de rietstengel omhoog klommen. Nu dat we boven waren, moesten we elk onze eigen leider volgen, maar zolang we de instrukties van de Grote Geest niet vergaten, zouden we in staat zijn te overleven. We waren nu gehouden aan de belofte volgens deze instrukties te leven en ons patroon van migratie te voltooien. Maasauu zei ons dat wie hem het eerst zou vinden, leider zou zijn van diegenen die volgden, en toen verdween hij. EEN DAAD VAN PROFETISCHE BETEKENIS De trek naar elke hoek van dit kontinent duurde vele en onderweg lieten we steeds onze tekens achter, als claim op het land. Deze tekens getuigen daarvan tot op de dag van vandaag. Op onze weg stopten we om uit te rusten bij een grote rivier die nu bekend staat als de Coloradorivier. We hadden ver gereisd en veel kennis opgedaan, maar de instrukties vergaten we niet. De leider van de groep was van de Bow-clan, een groot opperhoofd die veel wijsheid bezat. Maar het was op deze plaats dat dit grote opperhoofd in de donkere nacht verdween. Nadat hij zijn gezin te ruste had gelegd, vertrok hij naar het Middelpunt van de Aarde, waar slimme, ingenieuze mensen van alle naties elkaar ontmoeten om de toekomst te plannen. Op de een of andere manier vond hij die plaats en werd met eerbied verwelkomd. Het was een prachtige plaats met allerlei goede dingen. Goed eten werd door de allermooiste meisjes voor hem neergezet. Het was allemaal erg verleidelijk. Tot op de dag van vandaag wisten we niet wat de betekenis was van deze daad. Het had met de toekomst te maken. Door deze daad veroorzaakte hij een verandering in de levensstroom in de tijd dat we het einde naderen van de levenscyclus van deze wereld, waardoor velen van ons door de materialistische wereld aangetrokken zouden worden, in een poging van alle goede dingen te genieten voordat we onszelf vernietigen. Zij die met de heilige instrukties begiftigd zijn, zullen dan heel behoedzaam leven, want zij zullen zich deze instrukties herinneren en erin geloven, en op hun schouders zal het lot van de wereld rusten. De mensen zullen de goede levenswijzen bederven en hetzelfde leven tot stand brengen als dat waarvoor we in de onderwereld gevlucht zijn. Het heilige lichaam van de vrouw zal niet langer verborgen blijven, want het schild van bescherming zal zijn opgeheven, een daad van verleiding tot seksuele losbandigheid, die ook genoten zal worden. De meesten van ons zullen in de verwarring verloren gaan. Een besef dat iets uitzonderlijks aan het gebeuren is, zal bij de meeste mensen ontstaan, want zelfs hun leiders zullen zich in hun verwarring vervuilen. Het zal moeilijk zijn te beslissen wie men moet volgen. De Hopi wisten dat dit alles zou gebeuren. Al deze aspekten van het huidige levenspatroon stonden gepland. Daarom moeten we vandaag in ons geloof standvastig zijn, opdat we kunnen overleven. We kunnen alleen vooruit door de instrukties van de Grote Geest zelf te volgen. DE OPDRACHT VAN DE TWEE BROERS Het opperhoofd van de Bow-clan had twee volwassen ze van de misstap van hun vader waren ze zeer bedroefd. Hun kennis van de leringen die ze van hem hadden ontvangen was goed. Nu droegen zij de verantwoordelijkheid voor het leiden van hun volk, want de volgende dag stierf hun vader. Ze vroegen hun moeder om toestemming de instrukties uit te voeren die ze voor een dergelijke gebeurtenis hadden ontvangen. Zij antwoordde dat deze beslissing aan hen was, want hun kennis was volledig. Volgens afspraak zou de jongere broer doorgaan Maasauu zoeken en zich vestigen waar hij hem vond. Daar zou hij wachten op de terugkeer van zijn oudere broer, die oostwaarts naar de opgaande zon zou reizen. Terwijl hij rustte, moest hij luisteren naar de stem van zijn jongere broer, die verwachtte dat hij hem te hulp zou komen, voordat de verandering van het levenspatroon de levenswijze van zijn volk verscheurd zal hebben. Onder druk van een nieuwe heerser zal het volk zeker van de aardbodem weggevaagd worden, als hij niet komt Vandaag staan we dus nog steeds standvastig achter de instrukties van de Grote Geest. We zullen naar het oosten blijven kijken en bidden voor zijn spoedige terugkeer. De jongere broer waarschuwde de oudere dat het land en het volk zouden veranderen. "Maar laat je hart niet verontrust worden," zei hij, "want je zult ons vinden. Velen zullen zich van het levensplan van Maasauu afkeren, maar enkelen onder ons die zijn instrukties blijven volgen, zullen in onze onderkomens verblijven. De oeroude vorm van onze hoofden, de vorm van onze huizen, het bouwplan van onze dorpen en het soort land waarop ons dorp staat en onze levenswijze: alles zal in orde zijn, waardoor je ons zult kunnen vinden." Voordat de eerste mensen aan hun uitzwermingen waren begonnen, werd aan het Hopi-volk een aantal stenen tafelen gegeven. In deze stenen tafelen graveerde de Grote Geest de wetten volgens welke de Hopi moesten reizen en de goede levenswijze blijven volgen: de vreedzame weg. Zij bevatten ook een waarschuwing: dat de Hopi op hun hoede moeten zijn, want mettertijd zouden ze door kwaadwillende mensen in de verleiding komen het levensplan van Maasauu te verlaten. Het zou niet gemakkelijk zijn zich hiertegen te verweren, omdat er zich ook vele goede dingen zouden aandienen die oprechte mensen zouden verleiden deze wetten te verlaten. De Hopi zouden zich in een hele moeilijke positie bevinden. De stenen bevatten instrukties die in zo'n geval gevolgd moeten worden. De oudere broer moest een van de stenen tafelen naar de opgaande zon meenemen en terugbrengen wanneer hij de wanhopige roep om hulp hoorde. Zijn broer zou dan in een hulpeloze en verwarde toestand verkeren. Zijn volk zou misschien de lessen hebben geloochend, de ouderen niet langer eerbiedigen en zich zelfs tegen hun ouders hebben gekeerd om hun levenswijze te vernietigen. De stenen tafelen zullen de laatste bevestiging zijn van hun ware identiteit en broederschap. Hun moeder is de Sun-clan. Zij zijn de kinderen van de Zon. Het moest dus een Hopi zijn geweest die van hier naar de opgaande zon reisde en nu ergens wacht. Daarom zijn het de Hopi die nog steeds deze wereld op de juiste manier laten draaien, en het zijn de Hopi die gezuiverd moeten worden om deze wereld te redden. Geen andere persoon waar dan ook kan dit volbrengen. De oudere broer moest snel zijn reis voortzetten, want er was niet veel tijd. Daarom werd voor hem het paard geschapen. De jongere broer en zijn volk gingen door met Maasauu zoeken. Op hun weg kwamen ze in een land dat hun vrucht baar en warm voorkwam. Hier graveerden ze op de rotsen de tekens van hun stam om het land te claimen. Aldus deden de Fire-clan, de Spider-clan en de Snake-clan. Deze plaats wordt nu Moencopi genoemd. In die tijd vestigden ze zich er niet. Terwijl de mensen over het kontinent uitzwermden, wachtte Maasauu op de eersten die zouden aankomen. In die dagen maakte hij wandelingen in de buurt van zijn woonplaats met een bos paarse bloemen (dukyam sec) in zijn riem gestoken. Op een dag verloor hij ze langs de weg. Toen hij ze ging zoeken, kwam hij erachter dat de Hornytoad Vrouw ze had opgeraapt. Toen hij haar om de bloemen vroeg, weigerde zij ze terug te geven, maar in plaats daarvan beloofde ze hem in tijd van nood te helpen. "Ook ik heb een metalen helm," vertelde ze hem (mogelijk met de betekenis dat bepaalde mensen met metalen helmen de Hopi zouden helpen wanneer zij in moeilijkheden geraken).Vaak liep Maasauu vanuit zijn du-pa-cha (een soort tijdelijk huis) een kilometer naar het noorden naar een plaats waar een lange rots lag die een natuurlijke schuilplaats vormde en die hij uitgezocht moest hebben als de plaats waar hij en de eerste mensen elkaar zouden vinden. Terwijl hij daar wachtte, amuseerde hij zich met een behendigheidsspel waarvan de naam (Nadu-won pi-kya) later een belangrijk rol in het leven van de Hopi zou gaan spelen, want het was hier dat de kennis en wijsheid van de eerste mensen op de proef gesteld zou worden. Tot voor kort speelden kinderen daar vaak een zelfde spel, iets als verstoppertje. E‚n persoon verstopte zich en gaf een seintje door met de voet op de rots te tikken, op zo'n eigenaardige manier dat de anderen niet precies konden zeggen waar het vandaan kwam. (Enige jaren geleden werd deze rots vernietigd door de wegenbouwers van de regering,) Het was hier dat ze Maasauu aantroffen, terwijl hij wachtte. DE ONTMOETING MET MAASAUU BIJ ORAIBI Voordat de uitzwermingen begonnen had Maasauu bekend gemaakt, hoewel misschien niet door direkte instrukties, dat wie hem het eerste vond, ter plekke leider zou worden. Later werd het duidelijk dat dit een procedure was om hun ware aard vast te stellen. Toen ze hem vonden, verzamelden de mensen zich en gingen bij hem zitten om te praten. Het eerste wat ze wilden weten was waar hij woonde. Hij antwoordde dat hij iets ten noorden van die plaats woonde, in een plaats die Oraibi heette. Om een bepaalde reden noemde h ij ze niet bij haar volledige naam: Sip-Oraibi hetgeen betekent iets dat gestold is een verwijzing naar het feit dat dit de plaats is waar de aarde vaste vorm kreeg. Ze vroegen toestemming daar met hem te leven. Zijn antwoord was niet direkt, omdat hij kwaad in hen zag. "Dat ligt aan jullie," zei hij. "Ik heb hier niets. Mijn leven is eenvoudig. Mijn pootstok en mijn mais is alles wat ik bezit Als jullie bereid zijn te leven zoals ik, en mijn instrukties volgen - het levensplan dat ik jullie zal geven - mogen jullie hier met mij leven en voor het land zorgen. Dan zullen jullie een lang, gelukkig en vruchtbaar leven hebben." Toen vroegen ze hem of hij hun leider wilde zijn in de hoop dat zij zo van een vreedzaam leven verzekerd zouden zijn. "Nee," antwoordde hij, "degene die jullie hier heeft geleid zal de leider zijn totdat jullie levenspatroon volbracht is" (want hij keek in hun harten en zag dat ze nog steeds veel zelfzuchtige verlangens hadden). "Daarna zal ik de leider zijn, maar niet eerder, want ik ben de eerste en ik zal de laatste zijn." Nu hij hen alle instrukties had gegeven verdween hij. DE STICHTING VAN HET DORP ORAIBI Het dorp Oraibi werd gesticht en gebouwd in met de instrukties van de Grote Geest. Het opperhoofd van de Bow-clan was de vader van de ceremoni‰le orde. Een tijd lang bleven ze onder het leiderschap van de Bow-clan, misschien totdat er bederf kwam. Zoals u zich zult herinneren, had het vroegere opperhoofd van de Bow-clan zich geblameerd door aan de verandering van het levenspatroon bij te dragen. Later nam de Bear-clan het leiderschap over, wellicht omdat de beer sterk en machtig is. Misschien waren er ook andere redenen, zoals een voorspelling die verhaalde van een beer die, slapend ergens in het noorden van wat nu Europa genoemd wordt, op een zeker moment zou ontwaken en naar het noordelijke deel van dit land zou lopen. Deze groep wordt de Bear-clan genoemd omdat ze op de plaats van het schildsymbool een dode beer vonden. De meeste belangrijke mensen beweerden van de Bear-clan te zijn, ook de leden van de Bluebird- en Spiderclan. Door de eed die we aan de Grote Geest aflegden, waren we verplicht zijn levenswijze te volgen. Hij gaf ons het land om te gebruiken en met ceremoni‰le plicht te verzorgen. Hij onderrichtte ons en liet ons het wegenplan zien waarmee we ons leven moesten inrichten. We schreven dit patroon op een rots zodat we er altijd aan herinnerd zouden worden het rechte pad te volgen. De Hopi mogen niet van dit pad afraken, anders zal hij dit land van ons afnemen. Dit is de waarschuwing die Maasauu ons heeft ge geven. Het dorp Oraibi had vaste vorm gekregen. De gemigreerde mensen verzamelden zich daar en vroegen om tot het dorp toegelaten te worden. Deze verzoeken werden steeds door de Kikmongwi en de hoge priesters op basis van karakter en wijsheid beoordeeld. Iedereen die sporen van hoogmoed vertoonde, werd afgewezen. Hen werd gezegd naar het gebied van de zuidelijke mesa's te gaan, waar hun soort mensen leefden. Alleen goede mensen, die nederig en oprecht baden, werden toegelaten. Een van de belangrijkste ceremonie‰n van elke groep was het gebed om regen, waardoor de gewassen groeiden en voldoende voedsel verzekerd werd. De mensen waren voor hun levensonderhoud hiervan afhankelijk. Hoogmoedige mensen werden niet toegelaten om te voorkomen dat de gebeden besmet zouden raken. Oraibi was nu stevig gegrondvest. Terwijl de levenscyclus zich herhaalde, vereerden we met onze ceremonie‰n onze Moeder Aarde, onze Vader Zon, de Grote Geest en alle dingen. We waren gelukkig want we waren als ‚‚n. DE AANKOMST V AN EEN ANDER RAS VOORSPELD De tijd verstreek, mensen werden geboren en stierven, en de voorspellingen over de dingen die komen gingen werden van mond op mond doorgegeven. De stenen tafelen en de rotstekening van het levensplan werden vaak door de ouderen bekeken. Vol vrees en afwachting vertelden ze keer op keer de voorspelling dat op een zekere dag en ander ras mensen in hun midden zou verschijnen en het land als het hunne zou op eisen. Zij zouden proberen ons levenspatroon te veranderen. Zij zouden een , zoete tong' of een , gevorkte tong' hebben, en vele goede dingen waardoor we in verleiding zouden kunnen komen. Zij zouden dwang gebruiken in een poging ons tot wapengebruik te verleiden. Maar we moeten niet in deze val lopen, want dan zouden ze ons op onze knie‰n krijgen, waarna we misschien niet meer zouden kunnen opstaan. Noch moeten we onze hand aan enige andere natie slaan. Tegenwoordig noemen we deze mensen Bahanna. DE KRACHTEN VAN DE ZUIVERING We hebben overleveringen en voorspellingen die ons vertellen dat we op onze hoede moeten zijn voor de tekens en voortekens die zullen komen om ons moed en kracht te geven om in ons geloof standvastig te zijn. Bloed zal vloeien. Ons haar en onze kleding zal over de aarde verspreid worden. De natuur zal tot ons spreken met de machtige adem van de wind. Aardbevingen en overstromingen zullen grote rampen tot gevolg hebben. Er zullen veranderingen in de seizoenen en in het weer optreden, het wild zal verdwijnen, er zal schaarste in velerlei vorm zijn. Overal op de wereld zal er geleidelijk aan steeds meer korruptie en verwarring komen onder de leiders en de mensen, en oorlogen zullen als machtige winden ontstaan. Dit alles is vanaf het begin van de schepping gepland. We zullen drie mensen achter ons hebben staan om onze voorspellingen te vervullen wanneer we in hopeloze moeilijkheden geraken : het Meha-symbool (dat verwijst naar een plant met een lange wortel en een melkachtig sap, die na afgesneden te worden weer verder groeit en die een bloem heeft die lijkt op een swastika, symbool van de vier grote krachten van de natuur in beweging), het Zonnesymbool, en het Rode Symbool De indringing van de Bahanna in de Hopi- levenswijze zal het Meha-symbool in beweging zetten, met als gevolg dat bepaalde mensen voor de vier grote natuurkrachten (de vier windrichtingen, de heersende krachten, de originele kracht) zullen werken, hetgeen de wereld in oorlog zal storten. Wanneer dit gebeurt, zullen we weten dat onze voorspellingen aan 't uitkomen zijn. We zullen dan kracht verzamelen en vastberaden blijven. Deze grote beweging zal vallen, maar omdat deze door melk gevoed wordt en door de vier natuurkrachten beheerst, zal zij opnieuw opkomen om de wereld in beweging te zetten en zo een nieuwe oorlog op gang brengen waarin zowel het Meha- als het Zonnesymbool betrokken zullen zijn. Dan zal zij rusten, om een derde keer op te komen. Onze voorspelling vertelt dat de derde gebeurtenis de beslissende zal zijn. Ons wegenplan voorspelt de uitkomst. Dit heilige geschrift spreekt het woord van de Grote Geest. Het kan betrekking hebben op het mysterieuze levenszaad met de twee uitgangspunten van morgen, wijzend op ‚‚n, met daarbinnen twee. De derde en laatste: welke zal het voortbrengen, zuivering of vernietiging? Deze derde gebeurtenis zal afhangen van het Rode symbool, dat de drijfveer zal worden waarmee de vier natuurkrachten (Meha) in beweging gezet zullen worden, ten gunste van de Zon. Als hij deze krachten in beweging zet, zal de hele wereld beven en rood worden en zich keren tegen hen die het culturele leven van de Hopi hinderen. Voor al deze mensen zal de Dag van de Zuivering komen. Nederige mensen zullen naar hem toe rennen, op zoek naar een nieuwe wereld wen de gelijkwaardigheid die hen ontzegd is. Hij zal zonder genade komen. Zijn volk zal de Aarde als rode mieren bedekken. We moeten niet naar buiten gaan om te kijken. We moeten in onze huizen blijven. Hij zal komen om alle slechte mensen te verzamelen die de rode mensen hinderen die hier eerst waren. Hij zal uitkijken voor iemand die hij zal herkennen aan zijn speciale levenswijze, of aan zijn hoofd (de bijzondere Hopi haardracht) of aan de vorm van zijn dorp en zijn woningen. Hij is de enige die ons zal zuiveren. De Zuiveraar, onder het bevel van het Rode Symbool, zal met behulp van de Zon en de Mella de slechte mensen uitwieden die de levenswijze van de Hopi, de ware levenswijze op Aarde, verstoren. De kwaden zullen onthoofd worden en zullen niet meer spreken. Dit zal de Zuiveringsdag zijn voor alle rechtschapen mensen, de Aarde en alle schepselen op Aarde. De ziekten van de Aarde zullen genezen worden. Moeder Aarde zal weer bloeien en alle mensen zullen zich voor lange tijd in vrede en harmonie verenigen. Maar als dit niet zo uitkomt zal door de druk van Bahanna de traditionele Hopi-identiteit weggevaagd worden. Door de invloed van de blanke, zijn religie en het verdwijnen van ons heilige land zullen de Hopi verdoemd zijn. Dit is het Universele Plan, dat sedert de dageraad der tijden door de Grote Geest spreekt. Met dit in gedachte, maak ik als Hopi geen oorlog tegen welk land dan ook, want als ik dat zou doen, zal de Zuiveraar erachter komen en mij straffen omdat ik gevochten heb. En aangezien ik Hopi ben, zend ik mijn kinderen niet over de oceaan om te vechten. Als zij dat willen dan is dat hun zaak, maar als zij zo handelen, zullen zij geen Hopi meer zijn. Omdat ik van de Sun-clan ben en omdat de Zon de vader van alle schepselen is, houd ik van mijn kinderen. Als zij zich beseffen waarover ik praat, moeten zij mij helpen deze wereld te redden. De Hopi zijn op deze kant van de Aarde geplaatst om door middel van hun ceremoni‰le plichten voor het land te zorgen, net als andere mensenrassen ergens anders op Aarde geplaatst zijn om op hun eigen manier voor haar te zorgen. Samen houden we de wereld in evenwicht, draai end op de juiste wijze. Als de Hopi-natie verdwijnt, zal de beweging van de Aarde ontregeld worden, zal het water het land verzwelgen en zullen de mensen omkomen. Er zal misschien alleen ‚‚n broeder en ‚‚n zuster overblijven om een nieuw leven te beginnen. DE TROUWE HOPI WORDEN OP DE PROEF GESTELD Bahanna kwam met een grote ambitie en edelmoedigheid, en bood gretig zijn hulp aan om onze levenswijze te 'verbeteren'. Hij richtte scholen op om ons zijn 'betere levenswijze' te leren. Hij bood ons zijn medicijnen en gezondheidsleer aan en vertelde ons dat deze ons zouden helpen langer te leven. Hij bood ons aan onze grenzen te helpen markeren, en beweerde dat we daardoor meer land zouden bezitten. In alle dorpen weigerden we dit aanbod. Hij probeerde op velerlei manieren ons over te halen, maar het lukte hem niet ons aan zijn wensen te onderwerpen, want we waren toen allemaal ‚‚n, gelovigen in de instrukties van Maasauu. Toen probeerde hij het met angst. Hij stelde een politiemacht samen die voor een deel bestond uit bepaalde mensen die door zijn aanbod verleid werden en wapens kregen. Hij dreigde ons te arresteren en ons in de gevangenis op te sluiten, maar wij bleven standvastig. De dreigementen van arrestatie en gevangenschap werden in daden omgezet. Hele dorpen raakten in paniek en zwakkere mensen begonnen zich over te geven. In Oraibi kwam ons dorpsleiderschap ten val toen Lololma (Bear-clan) overeenstemming bereikte met de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. Wij die nog in Maasauu geloofden, waaronder de belangrijkste priesters van de religieuze orders, verzamelden ons en verwierpen het verzoek van de Kikmongwi om ons over te geven. We gingen samen zitten en rookten en baden dat we moedig genoeg zouden zijn om ons te handhaven. We namen onze stenen tafelen en bestudeerden elk detail ervan. We namen zorgvuldig het wegenplan door dat op de rots vlak bij ons dorp gegrift is. Dit is het plan dat we altijd moeten volgen, want het is in orde en kompleet. We zagen dat de Fire-clan (hetgeen mijn vader, Yukiuma, betekende) de leiding moest nemen, want zijn symbool, Maasauu, staat rechts van het riet terwijl hij naar buiten kijkt. We interpreteerden ook dat omdat onze levenswijze bedorven was, we naar een nieuwe plaats moesten verhuizen waar we onbelemmerd de weg zouden kunnen volgen en onze ceremoni‰le plichten voor alle wezens voortzetten. We rookten en baden opnieuw en overwogen dat Oraibi ons moederdorp is. AI onze heiligdommen zijn daar geworteld en die moeten niet onbeheerd achterblijven. We wisten dat het een moeilijke weg met veel hindernissen zou worden. We wisten dat we door de nieuwkomer nog veel hinder zouden ondervinden en dat we nog allerlei proeven van zwakheid moesten ondergaan. We besloten daarom te blijven. De moeilijkheden begonnen. De regering wilde dat alle Hopi-kinderen naar school gingen. Ze zeiden dat het ons goed zou doen, maar we wisten dat dit 'goed' alleen op de oppervlakte zou bestaan en dat wat eronder lag het culturele leven van de Hopi zou vernietigen. Misschien dachten ze dat de kinderen met een opleiding in staat zouden zijn de oudere mensen te helpen, maar we wisten dat dit niet zo zou zijn, omdat ze zouden Ieren den ken als de blanken, en dat ze daarom nooit de oude mensen zouden helpen. In plaats daarvan zouden ze ge‹ndoktrineerd worden en aangemoedigd zich tegen ons te keren, zoals ze inderdaad vandaag ook doen. Om volgens de instrukties van de Grote Geest juist te handelen, weigerden we daarom onze kinderen naar school te sturen. Als gevolg hiervan stuurden de blanken bijna elke week veel politie op ons af Zij omsingelden het dorp en zochten naar kinderen van schoolleeftijd. We konden niet gelukkig leven, want we verwachtten elke dag moeilijkheden. Vaders die weigerden mee te werken werden gearresteerd en gevangen gezet. We werden onmenselijk behandeld, we leden honger, ondergingen beledigingen en vernederingen, om ons tot overgave te dwingen. Desondanks weigerde de helft van de stamhoofden en leiders van de religieuze ordes ook maar iets van de Regering te aanvaarden. Daardoor werden we bespot en als verschoppeling behandeld door diegenen die zich al overgegeven hadden. Uiteindelijk besloten ze iets tegen ons te ondernemen, omdat ze door ons bepaalde gunsten van de Regering niet kregen. In deze dagen werd Lololma's opvolger Tawaquaptewa opperhoofd van Oraibi. Onder zijn leiderschap vond die trieste gebeurtenis, de uitzetting van de gelovige Hopi uit Oraibi, plaats. Omdat wij 'Vijandigen', zoals we door de missionarissen en Regeringspersoneel genoemd werden, weigerden zijn wensen in te willigen en de blanke manier van leven te aanvaarden, besloot hij ons lijfelijk uit te zetten. Zonder onze bemoeienissen dacht hij van de goede dingen die door Bahanna aangeboden werden, te kunnen profiteren. DE GELOVIGE HOPI WORDEN UIT ORAIBI UITGEZET Op 7 september 1906 kwamen de aanhangers van de opperhoofd, onder leiding van Tawaquaptewa zelf het huis binnen waar we de voorspellingen aan 't bespreken waren en gooide ons eruit. We verzetten ons niet totdat geweren en andere wapens werden getoond en ze ons begonnen te slaan. Toen boden we verzet, alleen om ons tegen letsel te beschermen. Ik werd bewusteloos geslagen. Toen ik bijkwam, was heel mijn volk samengestroomd om te vertrekken. Mijn vader Yukiuma werd als leider aangewezen. De vrouwen en kinderen, met een paar bezittingen op hun rug, een beetje voedsel en zonder schoenen, waren op het vertrek voorbereid. Sommigen probeerden naar hun huizen terug te gaan om waardevolle spullen op te halen, maar ze werden teruggestuurd. (In het 'Boek van de Hopi' wordt gezegd dat we mochten teruggaan om wat bezittingen op te halen, maar dat is niet waar. Dat boek is niet nauwkeurig.) Na ons vertrek hoorden we dat onze huizen geplunderd werden en dat paarden in onze velden losgelaten werden en ons gewassen opgegeten hadden die net rijp voor de oogst waren. Aldus moesten we weer vertrekken en een nieuwe woonplaats vinden, een bedorven en verwarde wereld achter ons latend. We wilden een nieuw leven beginnen, onze cyclussen van ceremoni‰en voortzetten en onze levenswijze zonder inmenging behouden, maar nu weten we dat dit een dode droom was, want de inmenging is tot op de dag van vandaag doorgegaan. DE STICHTING VAN HET DORP HOTEVILLA Het dorp Hotevilla is met ‚‚n doel gesticht: om vastberaden de instrukties van de Grote Geest te blijven volgen en de voorspellingen tot het einde te vervullen. Het werd gevestigd door goede mensen, mensen met ‚‚n hart die daadwerkelijk volgens deze instrukties leefden. Water was er genoeg en ook hout, waarvan we tijdelijke onderkomens bouwden waari